Grootschalig gebruik van herwonnen meststoffen stap dichterbij

Het vervangen van minerale meststoffen door herwonnen meststoffen is een stap dichterbij gekomen met het pas afgeronde vierjarige Interreg-project Recycling of Nutrients To Farm (ReNu2Farm), waarvan het Nutriënten Management Instituut (NMI) partner is.  

In ReNu2Farm zijn veel proeven gedaan met herwonnen meststoffen, zoals struviet, gft-compost, as van pluimveemestverbranding, (opgewerkte) vaste fracties van mest en/of digestaat, ammoniumsulfaat en ammoniumnitraat. De meeste gaven een goed resultaat, zoals een goede bemestingswaarde zonder verhoogd milieurisico door nitraatuitspoeling. Omdat dit perspectieven biedt, maar er in de praktijk ook nog veel kan worden bereikt, wordt hieraan een vervolg gegeven in het project ReNu2Cycle, dat loopt van 2023 tot 2027. 

Door meststoffen te maken op basis van herwonnen nutriënten wordt de circulaire economie geholpen. Het doel van de projecten is om het hergebruik van de plantenvoedingsstoffen stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K) te verhogen in Noordwest-Europa. P en K zijn eindige grondstoffen en de productie van N-kunstmest vraagt veel energie. Ondanks dat technieken voor herwinning zijn ontwikkeld, bleef het gebruik van meststoffen uit recycling door boeren tot nu achter bij de mogelijkheden. Onbekendheid met de nieuwe producten en beperkingen van wet- en regelgeving spelen hierbij een grote rol.  

 Belemmeringen wegnemen 

De mogelijkheden van herwonnen meststoffen worden inzichtelijk gemaakt en de belemmeringen hiervoor worden met deze Interreg-projecten, voor zover mogelijk, weggenomen. We laten de werking van de gerecyclede meststoffen zien in proeven en daarnaast hoe ze inpasbaar zijn in bemestingsplannen van agrarische bedrijven. Ook worden mogelijkheden van deze producten onder de aandacht gebracht van de handel. Daarnaast kunnen andere sectoren naast de akkerbouw en veehouderij, zoals de tuinbouw- en recreatiesector, ook gebruik maken van de projectresultaten.  

Een belangrijke rol voor NMI in het project was om de mogelijkheden en knelpunten op het gebied van wet- en regelgeving voor meststoffen op basis van herwonnen nutriënten in beeld te brengen en, voor zover mogelijk, weg te nemen. Vanaf juli 2022 is de nieuwe Europese verordening bemestingsproducten 2019/1009 van kracht, wat de mogelijkheden voor de (internationale) handel en het gebruik van herwonnen meststoffen aanzienlijk heeft verbeterd. Er zijn echter nog de nodige issues die hiervoor belemmerend werken, waaronder de voorwaarden die worden gesteld aan producten uit dierlijke mest om in aanmerking te komen als grondstof voor Europese meststoffen met CE-markering (eindpunt dierlijke bijproducten). Ook zijn er nog vragen over de wettelijke status van ammoniumzouten uit het strippen en scrubben van (producten uit) dierlijke mest. Als laatste noemen we hier RENURE-criteria, die bepalen onder welke voorwaarden producten uit dierlijke mest in de toekomst wellicht boven op de dierlijke mestnorm van 170 kg N/ha mogen worden gebruikt. Dit wacht nog op implementatie en is vooral van belang voor de melkveehouderij in Nederland, sinds het wegvallen van derogatie. Zie ook een eerder nieuwsbericht hierover.

 Samenwerking tussen regio’s 

Een interessante strategie die in dit project is ontwikkeld, is de samenwerking tussen Noordwest-Europese regio’s met nutriëntenoverschotten en regio’s met tekorten aan nutriënten. Overschotregio’s zijn onder meer Nederland, Vlaanderen (België), Bretagne (Frankrijk) en Ierland. Uit deze regio’s wordt met name fosfaat met (verwerkte) mest afgevoerd, maar is nog wel ruimte voor stikstofhoudende meststoffen uit recycling. De regio’s waar gangbare minerale meststoffen goed kunnen worden vervangen, vanwege het hoge gebruik ervan, zijn Noord-Frankrijk, Wallonië (België), het oosten van Engeland en Ierland. Daar zijn goede mogelijkheden voor het toepassen van fosfaathoudende producten, zoals struviet, as van pluimveemest en (opgewerkte) vaste fracties van mest en/of digestaat, mits ze voldoen aan de wettelijke randvoorwaarden. Voor zowel de regio’s met tekorten als met overschotten wordt nagegaan hoe de mogelijkheden voor de inzet van herwonnen meststoffen beter kunnen worden benut en hoe de regio’s elkaar daarbij kunnen versterken.  

 Zorg voor randvoorwaarden 

De bij ReNu2Farm en ReNu2Cycle betrokken organisaties werken aan de randvoorwaarden, zoals de technologieën voor nutriëntenterugwinning en de te maken stap naar de praktijk. Ze brengen de potentiële markt in beeld en stellen vast aan welke typen herwonnen meststoffen behoefte is bij eindgebruikers in de uiteenlopende regio’s. De wetenschappers denken na over mogelijke marktbelemmeringen en de wijze waarop producten hierop aangepast kunnen worden, zodat deze beter aansluiten bij de behoeften van de gebruikers.  

Zoals aangegeven, richt NMI zich daarbij vooral op de wet- en regelgeving binnen deze beweging naar nieuwe meststoffen. Op dat vlak is nog veel inspanning nodig. Ook karakteriseerde NMI de gewenste eigenschappen van herwonnen meststoffen en bracht ze de effecten van de producten op de bodem en het milieu in beeld.  

Vervolgens komen onderwerpen als prijsstelling aan de orde. De onderzoekers beoordelen de economische marktwaarde van de producten op basis van productiekosten en de inpasbaarheid in de bestaande logistieke infrastructuur. Ook signaleren zij juridische knelpunten, bijvoorbeeld rondom bemestingsmanagement en transport. 

In het inmiddels afgeronde project ReNu2Farm stond daarbij de eindgebruiker en zijn/haar wensen ten aanzien van herwonnen meststoffen centraal. Nu dat in kaart is gebracht, kijken we in het vervolgproject ReNu2Cycle naar de rol die producenten en handel spelen bij een grootschalige introductie van herwonnen meststoffen.  

 

Publicaties NMI via https://www.nmi-agro.nl/category/renu2farm/

Behoefte nutriënten per Nuts2regio: renumaps.nmi-agro.nl

Alle publicaties van dit en andere gerelateerde EU-projecten beschikbaar via https://www.biorefine.eu

Aantal video’s:

  1. https://vimeo.com/arendsoog/review/569269204/e629c02772
  2. https://vimeo.com/arendsoog/review/579328365/2c9a398c0e.
  3. Hernieuwbare meststoffen – YouTube (via Inagro, Vlaanderen)

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Romke Postma, e-mail romke.postma@nmi-agro.nl, tel. 06 4602 0776 of Laura van Schöll, e-mail laura.vanscholl@nmi-agro.nl, tel. 06 5200 2193



Geef een antwoord