Verhogen grondwaterpeil is maatwerk

Peilopzetten en actieve greppelinfiltratie hebben het doel de grondwaterstand te verhogen en het uitzakken ervan in droge periodes te beperken. Maar er zijn ook nadelen. Dat blijkt uit het eerste onderzoeksjaar van de GLB-pilot Krimpenerwaard, waarin NMI samenwerkt met agrarisch collectief Krimpenerwaard en PPP-Agro Advies.

In 2022 is het effect van deze twee waterbeheerstechnieken gemeten op de grondwaterstand, draagkracht van het perceel en oeverstabiliteit in het veenweidegebied. De pilot is in de Krimpenerwaard uitgevoerd, omdat in dit grasrijke veengebied bodemdaling, waterkwaliteit en biodiversiteit belangrijk thema’s zijn.

Op drie locaties in de Krimpenerwaard zijn twee naast elkaar gelegen percelen en de aangrenzende drie sloten onderzocht. Door dammen aan te leggen en actief water in te pompen zijn de slootpeilen op twee delen van de percelen verhoogd. Op één perceel is ook de greppel actief nat gehouden. In totaal zijn er op elke locatie zes behandelingen: drie slootpeilen (polderpeil, 35 cm en 20 cm onder maaiveld) en per slootpeil met en zonder actieve greppelinfiltratie.

De grondwaterstand is gemeten door in elk perceel per behandeling twee rijen met peilbuizen te plaatsen. In totaal zijn 649 peilbuizen geplaatst. De grondwaterstand is van mei tot december 2022 wekelijks gemeten.

Het effect van vernatting op de verhoging van de grondwaterstand is zeer variabel en verschilt per perceel. Zo wordt de effectiviteit van peilopzet beïnvloed door de breedte van het perceel, de grondsoort en drooglegging. Het effect van greppelinfiltratie is vooral afhankelijk van de vorm van de greppels, waarbij brede greppels met een accoladevorm een veel grotere invloed op de grondwaterstand hebben dan smalle trapeziumvormige greppels.

Ook viel op: hoe groter het effect op de grondwaterstand, hoe groter ook het beperkende effect op de draagkracht en agrarische gebruikswaarde van perceel en of oeverzone. Oftewel: natter maakt in deze percelen de bodem minder bruikbaar voor agrariërs.

Bovendien leidt het verhogen van het slootwaterpeil tot vernatting van de oeverzone. Daardoor verzuipen soortenrijke kruiden en grassen om plaats te maken voor ‘hardere’ oeverplanten. Het effect van jarenlang investeren in verschralen van oevers kan zo verloren gaan. De strook land waar de nieuwe, bredere oeverzone komt te liggen is het land dat voorheen het productieve deel van het perceel beslaat.

In het tweede meetjaar (2023) wordt verder onderzocht hoe deze processen zich ontwikkelen en worden ook de opbrengsten gemeten om het effect op de agrarische productie vast te stellen.

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Debby van Rotterdam, e-mail debby.vanrotterdam@nmi-agro.nl



Geef een antwoord