Kwaliteit struviet uit RWZI’s als meststof

Fosfaat wordt in de vorm van struviet bij steeds meer waterzuiveringsinstallaties teruggewonnen. Sinds 2015 zijn deze struvieten als herwonnen fosfaten als meststof toegelaten. Het NMI heeft in samenwerking met Grontmij en H2Oké voor STOWA een verkenning uitgevoerd naar de kwaliteit van struviet. Hiervoor zijn van vier (pilot) struvietinstallaties monsters geanalyseerd.

De gehalten aan fosfaat, stikstof en magnesium in deze monsters waren gelijk of lager dan in een theoretisch zuiver struviet, maar in alle gevallen voldoende voor een fosfaatmeststof. De bemestende waarde van fosfaatmeststoffen wordt bepaald door de beschikbaarheid gedurende het groeiseizoen, gemeten als oplosbaarheid in neutraal ammoniumcitraat, en de directe beschikbaarheid bij oplossen in water. De beschikbaarheid gedurende het groeiseizoen was voor alle vier de producten met >90% hoog. Verassend was dat ook de directe beschikbaarheid bij twee van de producten hoog was, 25-40%, waar dat bij zuiver struviet onder de 5% ligt.

De gehalten aan zware metalen en organische microverontreinigingen bleven in alle gevallen onder de maximaal toelaatbare waarden. Daarnaast is gekeken naar aanwezigheid van pathogenen. Sommige pathogenen werden aangetroffen in concentraties vergelijkbaar aan de concentraties in dierlijke mest. Door het verwijderen van onzuiverheden werden deze concentraties sterk gereduceerd.

Mogelijk wordt struviet erkend als EG meststof, maar dit wordt niet binnen termijn van 5 jaar verwacht. Een goed kwaliteitsborgings- en certificeringssysteem voor struviet is dan ook gewenst.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Laura van Schöll, tel. 06 5200 2193, e-mail laura.vanscholl@nmi-agro.nl

 



Geef een antwoord