Maximalisering van gebruik reststoffen: wormenteelt

Wormenteelt op een substraat van tarra en (secundair) slib van zetmeelaardappelen en slib uit de moutindustrie is technisch gezien mogelijk, maar voor de afzet van de wormen zijn er wettelijke belemmeringen. De wormengrond die ontstaat na de passage door de worm is inzetbaar als teelaarde. Deze vorm van circulair werken kan in potentie bijdragen aan meer lokale eiwitproductie en minder inzet van bijvoorbeeld turf. De toepassing van slib als voedings-subtraat voor wormen is op dit moment wettelijk niet toegestaan. Daardoor is toepassing in de praktijk van wormen als voedermiddel voor bijvoorbeeld pluimvee of kweekvis nu niet mogelijk. Alleen afzet als visaas kan. Daarnaast is nog niet duidelijk of het substraat ingezet mag worden als teelaarde. In samenspraak met het bevoegd gezag kan worden onderzocht of en hoe hiervoor aanpassingen mogelijk zijn.

Download hier de uitgebrachte factsheet

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wim Bussink, e-mail wim.bussink@nmi-agro.nl, tel. 06 2903 7096