Organische stof is essentieel voor de chemische, fysische en biologische bodemkwaliteit in de akkerbouw. Een goed bodembeheer dient o.a. gericht te zijn op het handhaven en/of verbeteren van het gehalte en de kwaliteit van de organische stof in de bodem en op het handhaven en/of verbeteren van de verschillende bodemfuncties. Een handvat voor het beheer van organische stof is de organische stofbalans, die gericht is op een voldoende aanvoer van effectieve (=stabiele) organische stof. De balans houdt echter geen rekening met de effecten van verse organische stof op de bodemkwaliteit. Daarom heeft Productschap Akkerbouw aan PPO en NMI/BLGG AgroXpertus gevraagd in een bureaustudie de effecten van verse organische stof op de bodemkwaliteit in beeld te brengen. Daarbij ging het met name om de biologische bodemkwaliteit, zoals bodemgezondheid en ziektewerendheid. Een vraag was of er in aanvulling op de organische stofbalans richtlijnen zijn te geven voor de toediening van verse organische stof. In deze studie verstaan we onder het begrip verse organische stof alle organische materialen die in de akkerbouw op de bodem terechtkomen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gewasresten, groenbemesters, stro, dierlijke mest en compost.
Auteur(s): R. Postma (NMI), G.W. Korthals (PPO), A.J. Termorshuizen (BLGG AgroXpertus), P. Dekker (PPO) en T. Thoden (PPO)
Download hier het uitgebrachte rapport
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Romke Postma, e-mail romke.postma@nmi-agro.nl, tel. 06 4602 0776