‘Breng agronomische en milieukundige doelen samen in fosfaat bemestingsadviezen’

Als er te veel fosfaat in de bodem zit, spoelt het uit. Met alle gevolgen van dien. Het is daarom nodig om agronomische en milieukundige doelen te integreren in fosfaat bemestingsadviezen. Daarvoor heeft Maarten van Doorn met een onderzoeksteam fosfaatgehalten van Nederlandse landbouwbodems vergeleken met agronomische streefwaarden en een milieugrens voor waterkwaliteit. Dit dient als leidraad voor duurzaam fosfaatbeheer, stelt de onderzoeker in zijn nieuwste onderzoek over dit thema.

Fosfaat is een belangrijke voedingsstof voor planten, maar hoge fosfaatgehalten in de bodem leiden tot uitspoeling van fosfaat naar het grond- en oppervlaktewater en problemen met de waterkwaliteit. Om gewassen te produceren binnen de grenzen van het milieu is het daarom nodig om agronomische doelen met milieudoelen te integreren in bemestingsadviezen, stelt PhD-er en NMI-projectmanager Maarten van Doorn in zijn laatste onderzoek, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift ‘Journal of Environmental Management’.
Maartens boodschap is: de rationaliteit van bemestingsadviezen moeten anders. “Tot nu toe hebben wij bodems geoptimaliseerd voor de productie van gewassen”, legt hij uit. “Dit heeft geleid tot diverse milieukundige problemen, zoals de eutrofiëring van watersystemen. Nu is de uitdaging om gewassen te produceren binnen een milieugrens. Bemestingsadviezen zijn een waardevol middel om boeren hierin te ondersteunen.”

Extreem veel fosfaat in bodems
Het onderzoek bevestigt dat er extreem veel fosfaat in Nederlandse bodems aanwezig is door historische bemesting. In 84% van het landbouwareaal zijn fosfaatgehalten van de bodem hoger dan wordt aanbevolen in agronomische bemestingsadviezen. Er bestaat hierdoor ruimte om fosfaatgehalten in de bodem te verlagen zonder in te leveren op gewasopbrengst. Het moet echter wel economisch haalbaar zijn om fosfaatgehalten in de bodem te verlagen: door de negatieve mestprijs kan een negatieve fosfaatbalans gepaard zijn met extra mestafzet en daarmee economische kosten. We zitten in een situatie waar we mest ‘kwijt moeten’ en daarom vanuit economische overwegingen mest op percelen aanwenden, of het nou agronomisch nodig is of niet. Maarten: “Hier moeten we vanaf; er is beleid nodig dat ervoor zorgt dat de organische mestprijs weer positief wordt. Boeren weer in staat stellen om landbouwkundige bemestingsadviezen op te volgen is laaghangend fruit om de milieukwaliteit te verbeteren.”

Balans agro- en milieudoelen
Boeren in staat stellen om agronomische bemestingsadviezen op volgen is een eerste stap. Als tweede stap stellen de onderzoekers voor dat de in bemestingsadviezen aanbevolen fosfaatgehalten in de bodem afhankelijk zijn van beide agronomische en milieukundige doelen. Voor fosfaat betekent dit: sturen op gewasproductie binnen een milieukundige grens voor waterkwaliteit. “In onze analyse hebben we doorgerekend wat het effect is op gewasopbrengst als we fosfaatgehalten in landbouwbodems verlagen tot een waarde die verantwoord is voor waterkwaliteit.” In de meeste gevallen leidt dit niet tot significante dalingen in gewasopbrengst, merkten de onderzoekers. Op sommige bodems echter wel; dit gaat vooral om bodems met zeer lage gehalten aan amorfe ijzer- en aluminium-(hydr)oxiden in de bodem. Deze bodems hebben van nature een lage capaciteit om P te binden. “Voor deze bodems geldt een dilemma: gaan we voedsel produceren ten koste van het milieu of passen we het landgebruik aan om aan de milieugrens te voldoen, bijvoorbeeld door de teelt van niet P-gevoelige gewassen of de provisie van andere ecosysteemdiensten dan voedsel?”, stelt Maarten. “En hoe financieren we dit? Uiteindelijk zijn dit politieke keuzes, maar die moeten wel transparant worden gemaakt.”

De functie van landbouwbodems
Onderliggend speelt de discussie: wat voor ecosysteemdiensten willen we dat landbouwbodems leveren? Als we willen dat landbouwbodems andere ecosysteemdiensten leveren dan voedsel, zoals waterkwaliteit, moeten we onze (bemestings)adviezen hierop inrichten. Maarten: “Ook moet het passen binnen het verdienmodel: boeren moeten financieel beloond worden voor de provisie van deze ecosysteemdiensten. Als dit gebeurt, kunnen we op vrij korte termijn grote stappen maken in het verenigen van agronomische en milieukunde doelen.”

Voor meer informatie is Maarten bereikbaar per e-mail: maarten.vandoorn@nmi-agro.nl